De Drentsche Patrijshond is al eeuwen lang in Nederland (Drenthe) en ontstaan uit o.a. Spanjoelen. Omdat Drenthe vroeger een nogal afgelegen en geïsoleerde provincie was, is de hond daar redelijk oorspronkelijk gebleven. De honden werden vooral bij de boerderijen gehouden als erfhond, gezinshond en jachthond; samen met de boer op zoek naar wild. Zo werd er in de arme boerengezinnen iets voedzaams op tafel gezet. De Drentsche Patrijshond is een veelzijdige jachthond. Geschikt voor veldwerk, voorstaan en apporteren na het schot. Drentsche Patrijshonden zijn echte gezinsdieren. Ze maken graag deel uit van het gezin en kunnen er niet goed tegen om elke dag alleen te zijn. Socialisatie van de honden begint al bij de fokker. Pups zullen aan alle geluiden van een gewoon huishouden moeten wennen. Dit moet gewoon door gaan wanneer de pup bij de nieuwe eigenaren is. De Drentsche Patrijshond is van het eigenwijze soort. Opvoeden is een langdurig proces, dat veel liefde, geduld en humor vergt. Met een consequente, rustige aanpak gaat het echter zeker lukken. Uiteindelijk is een drent een lieve en energieke kameraad. Naast voldoende beweging, is het voor een Drentsche Patrijshond belangrijk geestelijk uitgedaagd te worden. Het is aan te raden om na een puppy cursus bijv. een voortgezette training te blijven volgen.
